Handleiding en werkvormen GB-ziektepreventiekaarten
Aan de slag met de GB-ziektepreventiekaarten
Deze set van GB-ziektepreventie bestaat uit 51 kaarten met vragen die aan het denken zetten en uitnodigen tot gesprek. De kaartenset is bedoeld als hulpmiddel, te gebruiken bij de ontwikkeling van een inzetbaarheidsprotocol (met het team), of bij ontwikkelgesprekken (individueel). Ze zijn ook in te zetten tijdens een workshop, training of teamdag. De kaartenset is vooral gemaakt om goede gesprekken te voeren over belangrijke onderwerpen: gezondheid, werkplezier, levensgeluk, zingeving en welbevinden.
Iedere vraag is bedoeld als openingsvraag. Desgewenst kun je de focus verbreden, versmallen of verleggen. Je kunt de vraag ook in andere woorden stellen of anderszins passend maken bij de persoon of situatie. De GB-ziektepreventiekaarten zijn op verschillende manieren te gebruiken:
– Een deelnemer kiest een kaart naar wens
– Een deelnemer trekt blind een kaart
– De vraag is voor de deelnemer zelf bedoeld
– De vraag is voor iedereen bedoeld
– De vraag is voor een andere deelnemer bedoeld.
Dit zijn de spelregels:
– Luister goed naar elkaar
– Vraag eventueel door om de ander beter te begrijpen
– Geef de ander niet jouw mening, oordeel of advies
– Respecteer de (mening en het oordeel van de) ander.
Tot slot
Veiligheid gaat voor alles, maak hier vooraf duidelijke afspraken over met elkaar. Een vraag is bedoeld om te prikkelen en te stimuleren, niet om het een deelnemer lastig te maken. Het werken met de GB-ziektepreventiekaarten is bedoeld om dichter tot elkaar te komen.
Werkvormen
Er zijn verschillende manieren te bedenken om met de GB-ziektepreventiekaarten te werken. In deze handleiding hebben we een keuze gemaakt voor een aantal werkvormen, geschikt voor bijvoorbeeld:
A. Individuele ontwikkeling
B. De ontwikkeling van een inzetbaarheidsprotocol
C. Teamsessies
A. Individuele ontwikkeling
- Tijdens een individueel ontwikkelgesprek trekt de medewerker blind een kaart. Je nodigt de medewerker uit antwoord te geven en te vertellen over zijn persoonlijke situatie of mening en wat de vraag verder oproept.
- De leidinggevende legt 3 kaarten open op tafel en de medewerker kiest één kaart om te beantwoorden
B. De ontwikkeling van een inzetbaarheidsprotocol
- Een medewerker trekt een kaart en alle aanwezige deelnemers formuleren voor zichzelf het antwoord op de vraag. Dit antwoord wordt op een eigen vel papier geschreven. De antwoorden worden vervolgens aan elkaar voorgelezen.
Het team vat de antwoorden samen en verbindt er een conclusie en een advies aan voor de leidinggevende. Alle antwoorden, de samenvatting en conclusie/advies vanuit het team en het kaartje met de vraag worden aan de leidinggevende gegeven. - Een medewerker trekt een kaart en leest de vraag voor en nodigt de teamleden uit deze te beantwoorden. De leidinggevende stelt aanvullende vragen aan het team en vraagt door. De leidinggevende onderzoekt wat er over het onderwerp leeft in het team en welke behoefte er is. De leidinggevende vat alles samen en vraagt de medewerkers welke afspraak met betrekking tot het onderwerp en de behoefte passend zou zijn.
C. Teamsessies
- Doe een selectie van de kaartenset over het vooraf bepaalde onderwerp van deze teamsessie in een pot. Een medewerker trekt een kaart en elke deelnemer schrijft op een post-it wat er bij hem/haar opkomt en plakt deze op een flipover. De leidinggevende vraagt vervolgens naar voorstellen met betrekking tot verbeteracties die met elkaar opgepakt kunnen worden. Elke suggestie of opmerking is welkom en wordt door de deelnemers op een andere flipover verzameld.
Wil je met jouw team met ziektepreventie en inzetbaarheid aan de slag?
Stuur een e-mail naar info@gb-ziektepreventie.nl
Je kunt ook bellen naar 06-36532662. Spreek dan een bericht en telefoonnummer in.