Onderbouwing aanpak nieuw gedrag leren
Ik begeleid leidinggevenden bij het boeien, binden en inzetbaar houden van medewerkers. Het belangrijkste middel hiervoor is de communicatie tussen de leidinggevende en de medewerker. Ik leer leidinggevenden hoe zij optimaal zorg kunnen dragen voor een warme, veilige en constructieve verbinding, en hoe zij heel concreet, praktisch en effectief kunnen communiceren om de gewenste doelen te bereiken.
Dit leren gaat niet alleen om nieuwe kennis en bewustwording maar vooral om ander gedrag van de leidinggevende zodat hij in de dagelijkse praktijk de gewenste beweging van de medewerker (ander gedrag) kan stimuleren, bevorderen en ondersteunen.
Voor de training “Effectieve (verzuim)gesprekken: met ziel en zakelijkheid” heb ik een unieke methode ontwikkeld waardoor leren en veranderen niet alleen leuk en makkelijker wordt maar ook effectief en duurzaam.
Een goede onderbouwing van de aanpak vind ik belangrijk. Om effectief te kunnen zijn in de aanpak maak ik gebruik van verschillende wetenschappelijke theorieën en modellen.
Door bij de ontwikkeling van de lesstof, de oefeningen en opdrachten gebruik te maken van wetenschappelijk bewezen modellen kun je erop vertrouwen dat deze training effectief zal zijn.
Hieronder een overzicht van gebruikte theorieën, modellen, protocollen en boeken.
Theory of Planned Behavior (Fishbein & Ajzen)
Gedrag is het best te voorspellen door mensen te vragen of zij van plan zijn om het gewenste gedrag te vertonen (gedragsintentie), stelt de Theory of Planned Behavior. Drie factoren verklaren de gedragsintentie: de eigen opvattingen (attitude), de opvattingen van anderen (subjectieve normen), en de inschatting van eigen mogelijkheden het gedrag uit te voeren (waargenomen gedragscontrole). Deze theorie wordt vaak ingezet om gedrag te verklaren dat in een specifieke situatie kan plaatsvinden. Bijvoorbeeld of men van plan is elke dag twee stuks fruit te eten op het werk.
ASE model (De Vries)
Het ASE model is gebaseerd op de Theory of Planned Behavior en stelt dat het uiteindelijke gedrag van mensen het beste is te voorspellen uit de intentie of men van plan is het gewenste gedrag wel of niet te vertonen. De attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit (ASE) beïnvloedt de intentie. Aanvullend op de Theory of Planned Behavior, noemt het ASE model ook barrières die de relatie tussen de intentie en het gedrag kunnen beïnvloeden, en externe variabelen die indirect invloed hebben op het gedrag van mensen.
The Goal Setting Theory (Locke & Latham)
Locke en Latham hebben wetenschappelijk vastgesteld dat het afspreken van doelen en het hanteren van feedback tot een beter resultaat zal leiden. Doelen hebben een grote invloed op het gedrag en de prestaties van medewerkers en leiders in organisaties. Het stellen van doelen is zo gewoon, dat we ons eigenlijk niet eens meer afvragen waarom en hoe de juiste doelen worden vastgesteld. Locke en Latham hebben beschreven dat aan het stellen van doelen principes verbonden zijn, willen deze inderdaad leiden tot betere prestaties.
The Goal Setting Theory valt onder de motivatietheorieën en gaat ervan uit dat mensen gemotiveerd kunnen worden door waardering. Deze theorie is ook een Social Learning Theory, want het geeft inzicht in hoe en waarom doelen gedrag kunnen motiveren. De Goal Setting Theory gaat ervan uit dat gedrag het resultaat is van 2 cognitieve determinanten van gedrag: waarden en intenties.
Er zijn 5 principes die van belang zijn in deze theorie: duidelijkheid, uitdaging, commitment, taakcomplexiteit en feedback.
Health Belief Model (Hochbaum)
De ervaren gezondheidsdreiging en de evaluatie van het aanbevolen gedrag bepalen dat mensen besluiten gezond gedrag te vertonen, stelt het Health Belief Model. Bijvoorbeeld: mensen zullen zich laten vaccineren, screenen of een doktersadvies opvolgen wanneer:
- ze denken dat zij een gezondheidsrisico lopen,
- dit gezondheidsrisico ernstige gevolgen heeft,
- het aanbevolen gedrag een grote kans biedt om gezondheidsproblemen te voorkomen of te verminderen, en
- de voordelen van het aanbevolen gedrag groter zijn dan de eventuele, mogelijke nadelen.
Social cognitive theory (Bandura)
Deze theorie gaat er vanuit dat bepalend zijn voor menselijk gedrag, de verwachtingen die iemand van bepaald gedrag heeft (zowel van de gevolgen van dit gedrag als van gedragsverandering) en de verwachting of men in staat is bepaald gedrag uit te voeren (eigen effectiviteit). Een belangrijk aspect uit de social cognitive theory is dat mensen kunnen leren, door het gedrag uit te voeren en de gevolgen te ondervinden (straf/beloning). En dat mensen ook kunnen leren als zij anderen observeren (ouders, rolmodel zoals een bekende voetballer).
Stages of Change (Prochaska)
Dit model beoordeelt de bereidheid van een individu om gezonder gedrag te vertonen, en biedt strategieën of veranderingsprocessen om het individu naar gedragsverandering te begeleiden. Stages of Change onderscheidt de volgende 5 fasen:
1.Precontemplatie: de persoon overweegt gedragsverandering (nog) niet
2.Contemplatie: de persoon overweegt de gedragsverandering (binnen 6 maanden)
3.Voorbereiding: de persoon plant en bereidt gedragsverandering voor
4.Actie: de persoon voert (probeert) de gedragsverandering uit
5.Behoud: de persoon houdt de gedragsverandering vol (tenminste 6 maanden)
Wij geloven dat er ook nog een 6e fase is, die van de terugval. Deze hebben wij er in ons leermodel aan toegevoegd.
Self-Determination Theory (Deci & Ryan)
Hoe gemotiveerder hoe beter men het gewenste gedrag kan volhouden, dat is het uitgangspunt van de Self-Determination Theory. Drie basisbehoeften beïnvloeden de motivatie: competentie (iets doen wat je kunt, gevoel van zinvol bezig zijn), de mate van autonomie die je ervaart en een gevoel van sociale verbondenheid.
Het model van de verschillende leerstijlen (Kolb)
Volgens Kolb hebben de meeste mensen een bepaalde voorkeur als het gaat om leren.
Persuasive by Design (Hermsen & Renes)
Dit model integreert centrale principes uit de theorie over (het veranderen van) menselijk gedrag en vertaalt deze naar hoofdaspecten. Een van de principes is het onderscheid tussen automatisch (gewoonten en impulsgedragingen) en gecontroleerd gedrag (vergelijken van gedrag met doelen, en bij voldoende motivatie, vaardigheden en kansen, proberen het gedrag aan te passen om de discrepantie te verkleinen).
Het Persuasive by Design-model kent vijf hoofdaspecten. ‘Gewoonten en Impulsen’ gaat in op automatisch gedrag. ‘Weten en Vinden’, ‘Zien en Beseffen’, ‘Willen en Kunnen’ en ‘Doen en Blijven Doen’ gaan in op gecontroleerd gedrag.
Social Model of Health (Dahlgren & Whitehead)
Dit model maakt de relatie tussen het individu, zijn omgeving en gezondheid inzichtelijk. Het individu is geplaatst in het midden en om hem heen zijn de verschillende lagen van invloed op gezondheid. Denk hierbij aan de eigen leefstijl, invloeden vanuit de gemeenschap, leef- en werkomstandigheden en algemene sociaaleconomische, culturele en omgevingsfactoren.
Positieve gezondheid (Machteld Huber)
Positieve gezondheid is een brede kijk op gezondheid, uitgewerkt in zes dimensies. In dit concept wordt gezondheid niet gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren.
Gezondheidsvoorlichting en ziektepreventie (Pender, Murdaugh en Parsons)
Boek over belangrijke concepten, theorieën en modellen op gebied van voorlichting en preventie. Ook worden concrete handvatten aangereikt om toepassingen te realiseren en effecten te meten.
De Ladder (Ben Tiggelaar)
De ladder is een eenvoudig en concreet model om je in 3 stappen naar verandering te begeleiden.
The Behaviour Wheel (Susan Mitchie e.a.)
Susan Michie, Lou Atkins en Robert West ontwikkelden het gedragsveranderingswiel. Het is een praktische methode voor het ontwerpen van de beste interventie.
Intervention mapping protocol (ontwikkeld aan de Universiteit van Maastricht)
Het planmatig ontwikkelen van een interventie voor gedragsverandering is een stap voor stap proces. Het zogenaamde Intervention Mapping protocol onderscheidt zes stappen in de ontwikkeling van een interventie. Deze stappen zijn nodig om een interventie te ontwikkelen die stevig onderbouwd is.
Bevlogenheid
De theorie van bevlogenheid (Schaufeli en Bakker), het boek Word een HELD (B.. Kodden) en het model van bevlogenheid (ontwikkeld door Windesheim Hogeschool in Zwolle). Bevlogenheid is een positieve affectief-cognitieve toestand die gekenmerkt wordt door vitaliteit en veerkracht. Bevlogen medewerkers voelen zich fit, competent, energiek en toegewijd. Bevlogenheid kan worden gemeten.
Jobcrafting
Aan de slag met Jobcrafting (M. Spruyt en M. Dekker). Jobcrafting is een manier waarop de medewerker zelf kleine aanpassingen doet waardoor zijn baan weer beter passend wordt. Dit kan door aanpassingen aan de inhoud van het werk, de context, de samenwerking of door mentale aanpassingen.
Graag vertel ik meer over mijn aanpak en welk effect je daarvan mag verwachten.
Stuur een e-mail naar info@gb-ziektepreventie.nl
Je kunt ook bellen naar 06-36532662. Spreek dan een bericht en telefoonnummer in.
Of neem hier contact op voor gratis en vrijblijvend advies